1. Loonkost (algemeen)
• Loon is vaak de grootste kost. Budgetteren is dus belangrijk.
• Reken niet alleen het brutoloon. Tel ook: vakantiegeld, dertiende maand, extra-legale voordelen en verborgen kosten.
• Kennis van fiscale, sociale en parafiscale regels helpt om kosten te sturen.
• De overheid geeft steun om jobs te houden/te maken: belastingvoordelen en kortingen op sociale bijdragen. Hieronder de hoofdmaatregelen.
2. Fiscale gunst voor systeemvaart (binnenscheepvaart)
• Sinds 1/1/2019 geldt systeemvaart als ploegenarbeid met gedeeltelijke vrijstelling van bedrijfsvoorheffing (Wet 23/03/2019). Vroeger kon dit niet.
• Reden: in de binnenscheepvaart zijn werktijden wisselend, men vaart internationaal en woont vaak aan boord. Een vast wisselschema (periode aan boord, daarna thuis) helpt werk-privé te plannen.
Voorwaarden
• Werknemer valt onder PC 139 binnenscheepvaart (sleepdienst uitgezonderd).
• Werknemer werkt in systeemvaart: evenveel rustdagen als werkdagen, volgens CAO 28/06/2022 (vervangt CAO 03/10/2012). De periode aan boord ≤ 30 opeenvolgende dagen.
• Werknemer krijgt 18,5% premie bovenop het basisloon.
• Minstens 1/3 van de werktijd in systeemvaart in de maand van de vrijstelling.
Vrijstelling
• Werkgever stort 22,8% minder bedrijfsvoorheffing op het belastbare loon van alle werknemers die aan de voorwaarden voldoen.
• Niet op: vakantiegeld, eindejaarspremie, achterstallen.
• Voorbeeld: belastbaar loon 3 werknemers in januari = €14.000 → vrijstelling = €3.192.
De-minimis (staatssteun)
• Dit is staatssteun onder de EU de-minimisregel: max €300.000 steun in 3 jaar.
• Verplicht: verklaring per e-mail aan het bevoegde Documentatiecentrum, ten laatste 2 werkdagen na de negatieve aangifte.
3. ‘Taxshift’ en RSZ-verminderingen (doelgroepen)
• Taxshift verlaagt patronale bijdragen:
• Basistarief sociale zekerheid: van 32,40% naar 25% (vanaf 1/1/2019).
• Structurele vermindering vereenvoudigd: vooral voor lage lonen.
• Bij aanwerving: zorg voor instroom via VDAB, Syntra, Duaal leren, IBO… en gebruik RSZ-kortingen.
Doelgroepverminderingen (voor werkgevers, per groep)
• Eerste aanwervingen (federaal): voor nieuwe werkgevers, enkele kwartalen, max 6 werknemers. Bij eerste werknemer vóór 1/01/2021: vermindering onbepaalde duur.
• Oudere werknemers (regionaal): bedrag hangt af van leeftijd en regio (Vlaanderen, Wallonië, Brussel, Duitstalige Gemeenschap).
• Jonge, midden- en laaggeschoolden, en leerlingen in alternerende opleiding (regionaal verschillend).
• Meer info: Richtlijnen voor werkgevers op www.socialsecurity.be of uw sociaal secretariaat.
4. Loonkosten optimaliseren met een loonplan
• U betaalt bedrijfsvoorheffing en bijdragen voor onze welvaart en sociale zekerheid. Met een slim loonplan betaalt u niet te veel, alleen wat wettelijk moet.
Totale loonkost
• Van het brutoloon gaan bedrijfsvoorheffing en werknemersbijdragen RSZ (13,07%) af → dit is het nettoloon.
• De werkgever betaalt bovenop het brutoloon patronale RSZ (ongeveer 25%).
• Samen vormen zij de bruto loonkost.
Extra’s die u moet meerekenen
• Vakantiegeld en vaak een dertiende maand: tel dus niet enkel 12 maanden.
• Extralegale voordelen (onder voorwaarden; soms RSZ verschuldigd). Volledige lijst: Administratieve instructies RSZ op www.socialsecurity.be.
• Sommige voordelen zijn geen loon, maar kennen bijzondere bijdragen (bv. bedrijfswagen voor privé/woon-werk).
• Kosten eigen aan de werkgever (bv. telefoon, verplaatsing) zijn geen loon.
• Verborgen kosten: levering maaltijdcheques, preventiedienst, ongevallenverzekering, …