Flexi Jobs
Deze collectieve arbeidsovereenkomst werd gesloten in uitvoering van:
- de Wet van 16 november 2015 houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken
(Belgisch Staatsblad 26 november 2015);
- het artikel 182 programmawet van 22 december 2023 (Belgisch Staatsblad 29 december 2023).
Als alle verdere stappen (formalisering door de Minister, uitwerking van administratieve processen,…)
verloopt volgens planning, dan kan u vanaf 1 juli 2024 flexi-jobs binnen het paritair comité voor de binnenscheepvaart toepassen.
De inwerkingtreding van de flexijobs zoals was getracht zal ingaan op 1 juli 2024. Het KB hieromtrent is getekend op 20 juni en worden gepubliceerd op woensdag 26 juni 2024 in het Belgisch Staatsblad.
Paritair Comité voor de binnenscheepvaart: collectieve arbeidsovereenkomst van 18 maart 2024 betreffende de vraag tot de opt-in van het toepassingsgebied van de flexi-jobs
Artikel 1 : Toepassingsgebied
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers die onder het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart ressorteren.
Onder “werknemers” wordt verstaan: de mannelijke en vrouwelijke werknemers (arbeiders en bedienden).
TOELICHTING: de flexi-job-arbeidsovereenkomst is dus mogelijk voor de ganse sector van de binnenscheepvaart (klassieke binnenscheepvaart, systeemvaart, de dagpassagiersvaart, de chartervaart op schepen zonder overnachtingsfaciliteiten, de stadsrondvaarten en rondvaarten, de veerdiensten, de watertaxi’s, de waterbussen, de sleepvaart,…
Artikel 2 : Wettelijke basissen
Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in uitvoering van :
- de Wet van 16 november 2015 houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken (Belgisch Staatsblad 26 november 2015);
- het artikel 182 Programmawet van 22 december 2023 (Belgisch Staatsblad 29 december 2023).
TOELICHTING: de flexi-job-arbeidsovereenkomst werd ingevoerd door de Wet van 16 november 2015.
Op het ogenblik van de inwerkingtreding van deze wet (1 december 2015), konden enkel de ondernemingen die ressorteren onder de horecasector een beroep doen op de flexi-job.
Sinds 1 januari 2018 kon de flexi-job-arbeidsovereenkomst ook gesloten worden in andere sectoren zoals van de handel, van het kappersbedrijf , de schoonheidszorgen en de bakkerijen.
Vanaf dat ogenblik konden ook de gepensioneerden eveneens flexi-job-arbeidsovereenkomsten sluiten.
De Programmawet van 22 december 2023 voorzag in een verdere mogelijkheid tot uitbreiding van het toepassingsgebied van de flexi-jobs tot een aantal nieuwe sectoren die niet onder het toepassingsgebied vallen
en nu de mogelijkheid krijgen om de flexi-jobs geheel of gedeeltelijk toe te passen (opt-in). De sector van de binnenscheepvaart heeft van deze mogelijkheid gebruikgemaakt en zal als eerste sector in België dit toepassen.
Artikel 3: Opt-in van de sector van de binnenscheepvaart bij een in de Ministerraad overlegd koninklijk besluit
De sociale partners van het paritair comité voor de binnenscheepvaart vragen unaniem de opt-in van de sector van de binnenscheepvaart in het toepassingsgebied van de flexi-jobs bij een in de Ministerraad overlegd
koninklijk besluit. Er wordt een opt-in gevraagd voor alle ondernemingen.
Toelatingen (opt-in) worden pas actief via een koninklijk besluit dat in werking treedt op 1 januari van het volgende jaar (een overgangsmaatregel voorziet dat in 2024 toelatingen op kwartaalbasis in plaats van op jaarbasis mogelijk zijn). De sector van de binnenscheepvaart vraagt voor 2024 de toelating vanaf kwartaal 3 2024.
TOELICHTING: een flexi-job-arbeidsovereenkomst, mogelijk vanaf 1/7/2024 in de binnenscheepvaartsector, is een overeenkomst waarbij een werknemer zich ertoe verbindt een bijkomende job uit te oefenen voor een werkgever op voorwaarde dat deze werknemer reeds tewerkgesteld is bij één of meerdere andere werkgever(s) ten belope van 4/5 van een voltijdse job. Deze voorwaarde is niet van toepassing wanneer de werknemer met een flexi-job gepensioneerd is.
De flexi-job-arbeidsovereenkomst wordt geregeld door de algemene regels van het arbeidsrecht, met uitzondering van bepaalde specifieke materies waarvoor de Wet van 16 november 2015 een afwijkende regeling bepaald heeft. De wetgeving inzake welzijn op het werk is eveneens van toepassing op deze werknemers.
Wie kan vanaf 1/7/2024 een flexi-job uitoefenen (algemene voorwaarden op iedere flexi job van toepassing)
Zowel werknemers als gepensioneerden kunnen onder bepaalde voorwaarden een flexi-job- arbeidsovereenkomsten sluiten.
1.Voorwaarden die van toepassing zijn op werknemers
Een tewerkstelling hebben die minimaal gelijk is aan 4/5 van een voltijdse job bij één of meerdere andere werkgever(s) gedurende het referentiekwartaal: om een flexi-job-arbeidsovereenkomst te kunnen sluiten moet de werknemer een tewerkstelling hebben die minimaal gelijk is aan 4/5 van een voltijdse job bij één of meerdere andere werkgever(s) gedurende het derde kwartaal dat de flexi-job voorafgaat (referentiekwartaal : T-3).
Om te bepalen of er een 4/5- tewerkstelling was gedurende het referentiekwartaal T-3, wordt rekening gehouden met alle door de werkgever betaalde periodes, evenals met een bepaald aantal limitatief opgesomde, niet door de werkgever betaalde periodes van schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst.
Niet vallen onder een cumulverbod op het ogenblik van de uitoefening van de flexi-job.
Het gaat om volgende cumulverboden:
- de werknemer mag geen flexi-job uitoefenen bij de werkgever bij wie hij in het betrokken kwartaal reeds is tewerkgesteld in het kader van een arbeidsovereenkomst;
- de werknemer mag geen flexi-job uitoefenen wanneer hij zich in een opzeggingstermijn bevindt gedurende het kwartaal waarin hij een flexi-job wenst uit te oefenen (kwartaal T);
- de werknemer mag zich niet bevinden in een periode gedekt door een verbrekingsvergoeding of ontslagcompensatievergoeding ten laste van de werkgever waarbij hij de flexi-job uitoefent;
- de werknemer mag niet tewerkgesteld zijn via een uitzendkantoor als werknemer met Een flexi-job bij een gebruiker waarbij hij reeds tewerkgesteld is met een gewone arbeidsovereenkomst;
- de werknemer mag geen flexi-job uitoefenen bij een onderneming die verbonden is, zoals gedefinieerd in artikel 1.20 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen, met de onderneming waarbij hij een arbeidsovereenkomst heeft voor een tewerkstelling van minimaal 4/5 van een voltijdse job;
- niet tijdens de voorafgaande referteperiode overgeschakeld zijn van een voltijdse naar een 4/5-tewerkstelling. Voor personen die overschakelen van een voltijdse naar een 4/5- tewerkstelling geldt m.a.w. een wachtperiode. Zij zullen vanaf het derde kwartaal na deze overschakeling gedurende twee kwartalen geen flexi-job mogen uitoefenen
bijvoorbeeld: wanneer een werknemer er voor kiest om van een fulltime job over te stappen naar een 4/5de tewerkstelling die hij/zij combineert met een flexi-job, dan moet je rekening houden met een wachtperiode van 2 kwartalen. Die wachttijd start in het derde kwartaal na de overschakeling.
bijvoorbeeld: Piet werkt 100% in januari 2024 (T-4)
Hij gaat over naar 80% in april 2024 (T-3)
Wachtperiode = kw 3 en 4 (T-1 en T-2)
Hij mag geen flexi-job uitoefenen in de eerste helft van 2025 (trimesters T en T+1).
2. Voorwaarden die van toepassing zijn op gepensioneerden
Onder bepaalde voorwaarden kunnen gepensioneerden eveneens een flexi-job-arbeidsovereenkomst sluiten:
- 65 jaar of ouder zijn op het moment dat de flexi-job wordt opgenomen. De gepensioneerde kan dan meteen een flexi-job uitoefenen;
- nog geen 65 jaar zijn op het ogenblik van je pensionering, dan kan de gepensioneerde meteen na de pensionering een flexi-job uitoefenen als:
- de gepensioneerde minstens 80% aan het werk was bij een of meerdere andere werkgevers dan de flexi-job-werkgever in kwartaal T-3, dat wil zeggen drie kwartalen voordat de flexi-job opstart;
- de gepensioneerde in kwartaal T-2 vermeld staat in het pensioenkadaster, dat wil zeggen twee kwartalen voordat de flexi-job wordt opstart.
Je kan niet meteen starten onmiddellijk na je vervroegde pensionering indien je drie kwartalen voor je pensioendatum niet ten minste 4/5de aan het werk was. In dat geval moet je nog twee kwartalen geduld oefenen.
Je kan niet onbegrensd onbelast bijverdienen als vervroegd gepensioneerden: de onbelaste jaarinkomsten via een flexi-job vanaf 1 januari 2024 beperkt tot maximaal 7.190 euro. Als je daar boven gaat, daalt je pensioenuitkering navenant. Concreet: overschrijd je die inkomensgrens met 10%, dan moet je het volgende jaar 10% van je pensioen terugstorten. Die regel vervalt op 1 januari van het jaar waarin je 65 wordt: vanaf dan staat er geen maximum meer op het bedrag dat je onbelast met je flexi-job mag verdienen.
Het opstellen van een raamarbeidsovereenkomst en een flexi-job arbeidsovereenkomst is noodzakelijk:
Twee overeenkomsten moeten gesloten worden in het kader van een flexi-job : een raamovereenkomst en een flexi-job-overeenkomst.
De werkgever sluit een flexi-job-arbeidsovereenkomst telkens hij de werknemer wenst tewerk te stellen. In geval van niet-naleving van de wettelijke bepalingen inzake de flexi-jobs, zal het akkoord dat in deze context gesloten wordt niet gekwalificeerd worden als flexibele arbeidsovereenkomst.
1. De raamovereenkomst
Een raamovereenkomst moet gesloten worden tussen de werkgever en de werknemer voor de aanvang van de eerste tewerkstelling. Deze overeenkomst moet schriftelijk worden vastgesteld en bepaalde vermeldingen bevatten :
- de identiteit van de partijen;
- de wijze waarop en de termijn waarbinnen de flexi-job-overeenkomst door de werkgever aan de werknemer moet worden voorgesteld;
- een beknopte beschrijving van de uit te oefenen functie(s);
- het flexiloon;
- de tekst van artikel 4, § 1, van de voormelde Wet 16 november 2015, namelijk het artikel gewijd aan de voorwaarde van een tewerkstelling van 4/5 gedurende het referentiekwartaal, tenzij de flexi-job-werknemer gepensioneerd is.
2. De flexi-job arbeidsovereenkomst
Een flexi-job-arbeidsovereenkomst wordt gesloten tussen de werkgever en de werknemer met een flexi-job voor een bepaalde tijd of voor een duidelijk omschreven werk. Deze arbeidsovereenkomst valt onder de toepassing van het algemeen arbeidsrecht, behalve voor wat betreft bepaalde bijzondere materies waarvoor de Wet van 16 november 2015 een bijzondere bepaling heeft vastgesteld.
De flexi-job-arbeidsovereenkomst kan niet enkel schriftelijk gesloten worden maar, in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, ook mondeling.
Bovendien zijn bepaalde uitzonderingen eveneens van toepassing wanneer men met een variabel werkrooster werkt. In een dergelijke situatie :
- is het toezicht op de afwijkingen op het normale werkrooster van de deeltijdse werknemers niet van toepassing (artikelen 160 tot 169 van de Programmawet van 22 december 1989) ;
- is het verbod arbeid te doen of te laten verrichten buiten de arbeidstijd zoals bedoeld in artikel 38bis van de Arbeidswet van 16 maart 1971, niet van toepassing.
De raamovereenkomst en de flexi-job-arbeidsovereenkomst moeten worden bijgehouden door de werkgever op de plaats van de tewerkstelling van de flexi-job-werknemer.
De werkgever(of zijn sociaal secretariaat) geeft de flexi-job aan in Dimona.
- Bij een mondelinge arbeidsovereenkomst doet de werkgever elke dag dat de flexi-jobwerknemer in dienst is, een nieuwe dimona-aangifte (dagdimona), met vermelding van het begin- en einduur van de geleverde prestaties.
- Bij een schriftelijk arbeidsovereenkomst doet de werkgever één dimona-aangifte voor de hele periode die door de arbeidsovereenkomst wordt gedekt, maar minstens één keer per kwartaal (kwartaaldimona).
Het loon van de flexi-job-werknemer
De werknemer heeft recht op een flexiloon en een flexivakantiegeld.
Het flexiloon bestaat enerzijds uit een basisloon waarop de werknemer recht heeft. Dit basisloon is minimaal gelijk aan het uurloon bepaald op basis van het baremieke loon dat geldt voor de door de flexi-job-werknemer uitgeoefende functie zoals bepaald door de van toepassing zijnde collectieve arbeidsovereenkomst.
Naast dit basisloon bestaat het flexiloon uit vergoedingen, premies en voordelen uitgekeerd door de werkgever als loon, zoals bepaald door de van toepassing zijn de collectieve arbeidsovereenkomst.
Het flexiloon mag niet meer bedragen dan 150 procent van het voormelde minimale basisloon.
Het flexivakantiegeld bedraagt 7,67% van het flexiloon.
Wie bijklust in een flexi-job, betaalt op de extra inkomsten geen belastingen of sociale bijdragen. Het brutoloon is dus het nettoloon. De flexi-jobwerknemer bouwt bovendien sociale rechten (werkloosheidsuitkering, pensioen, vakantie ...) op. Jaarlijks mag men maximaal 12.000 euro bruto onbelast bijverdienen
Vanaf aanslagjaar 2025 is de fiscale vrijstelling beperkt tot € 12.000 per belastbaar tijdperk. Deze begrenzing van de vrijstelling geldt niet voor gepensioneerden.
Het maximumbedrag van € 12.000 wordt niet geïndexeerd? maar wordt wel geprorateerd wanneer het belastbaar tijdperk niet overeenstemt met een volledig kalenderjaar.
Met “gepensioneerde” wordt bedoeld: de persoon die een wettelijk pensioen geniet, met uitzondering van de overgangsuitkering.
De beoordeling gebeurt op het ogenblik van de prestatie en niet op het ogenblik van de betaling achteraf.
Het gedeelte van de bezoldigingen uit een flexi-job dat niet wordt vrijgesteld omdat de grens van € 12.000 werd overschreden, wordt altijd als normale bezoldiging tegen het progressief tarief belast.
Vaak gaan werknemers een flexi-job uitoefenen bij meerdere werkgevers zodat de werkgever (en het desbetreffende sociaal secretariaat) niet kunnen nagaan of de € 12.000 is bereikt of niet en of er bijgevolg bedrijfsvoorheffing moet worden ingehouden of niet.
De fiscus maakt nu een onderscheid tussen werken als niet-gepensioneerde flexi-jobwerknemer
- bij eenzelfde werkgever; of
- bij meerdere werkgevers.
Wanneer een niet-gepensioneerde flexi-jobwerknemer bij eenzelfde werkgever meer dan € 12.000 bezoldigingen verdient, dan is het belastbare gedeelte dat het maximumbedrag overschrijdt, onderworpen aan de bedrijfsvoorheffing en moet het belastbare gedeelte als bezoldiging worden vermeld onder de code 250 op de fiche 281.10 van de betrokken flexi-jobwerknemer.
Wanneer een niet-gepensioneerde flexi-jobwerknemer een flexi-job uitoefent bij meerdere werkgevers, dan is het mogelijk dat de individuele werkgevers de grens van € 12.000 niet overschrijden, maar dat de totaliteit van de bezoldigingen die daadwerkelijk zijn onderworpen aan de bijzondere bijdrage die op sociaal vlak is verschuldigd, wel hoger ligt dan € 12.000.
Het deel van de totale bezoldigingen die de grens van € 12.000 overschrijden, worden belast als gewone bezoldigingen tegen progressieve tarieven. De belastingplichtige zal die berekening niet zelf moeten maken en zal dit ook niet zelf moeten aangeven. Dit zal aan de hand van de gegevens van de fiche 281.10 automatisch gebeuren bij de berekening van de personenbelasting.
Artikel 4: Bijdragen aan het Fonds
De werknemers op wie deze cao van toepassing is zullen eveneens onderworpen zijn aan alle bijdragen en
rechten zoals voorzien in :
- de Gecoördineerde Collectieve arbeidsovereenkomst van 22 oktober 2020 inzake de arbeidsduur en de rechtsopvolgers ervan;
- de Collectieve arbeidsovereenkomst van 1 maart 2022 tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst
van 22 oktober 2020 inzake de eindejaarspremie en de rechtsopvolgers ervan;
- de Collectieve arbeidsovereenkomst van 22 oktober 2020 inzake vaststelling van de werkgeversbijdragen voor vormingskosten en de rechtsopvolgers ervan;
- Collectieve arbeidsovereenkomst van 22 oktober 2020 inzake de syndicale premie en de rechtsopvolgers ervan;
- Collectieve arbeidsovereenkomst van 22 oktober 2020 tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst
van 10 oktober 2016 inzake vaststelling van de werkgeversbijdragen voor administratiekosten en de
rechtsopvolgers ervan;
- De Gecoördineerde Collectieve arbeidsovereenkomst van 22 oktober 2020 inzake de waarborg van een compenserende vergoeding - bijkomend pensioen en de rechtsopvolgers ervan.
De bijdragen ter financiering van bovenvermelde voordelen overeenkomstig de hierboven vermelde CAO’s zoals vermeld in artikel 4 worden geïnd en ingevorderd door het Fonds voor de Rijn- en Binnenscheepvaart zelf
rechtstreeks aan de werkgever, in toepassing van artikel 6 van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid.
Teneinde de verschuldigde bijdragen tijdig te kunnen berekenen en aan de werkgevers mede te delen maakt het Fonds voor de Rijn- en Binnenscheepvaart per kwartaal een afrekening op basis van de door het Fonds
voor de Rijn- en Binnenscheepvaart verkregen aangiftes van de RSZ.
De in artikel 4 bedoelde werkgevers moeten de bijdragen storten op de bankrekening van het Fonds voor de Rijn- en Binnenscheepvaart ten laatste binnen de maand nadat het Fonds voor de Rijn- en
Binnenscheepvaart deze heeft overmaakt aan de werkgever.
De niet binnen de vastgestelde termijn betaalde bijdragen worden verhoogd met 10 pct. van het onbetaalde bedrag. Bovendien is een nalatigheidsintrest verschuldigd, berekend aan de rentevoet die wordt toegepast
door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.
Voor de onbetaalde bijdragen, en ook voor de hierboven vermelde bijdrageverhogingen, nalatigheidintresten en administratieve sancties is geen enkele ingebrekestelling vereist. Zij worden met alle rechtsmiddelen gevorderd.
TOELICHTING: alle bijdragen, uitgezonderd deze voor de groepsverzekering, zijn van toepassing op de flexi-jobs.
Vermits de RSZ er niet toe is staat is momenteel deze bijdragen te innen (de sector van de binnenscheepvaart
is de eerste sector die de opt-in invoert), zal het FONDS deze bijdragen innen rechtstreeks bij de werkgever .
Deze bijdragen dient u dan ook te storten op de bankrekening van het Fonds voor de Rijn- en Binnenscheepvaart
ten laatste binnen de maand nadat het Fonds voor de Rijn- en Binnenscheepvaart deze heeft overmaakt aan de werkgever.
Artikel 5 : Jaarlijks overleg
Elk kalenderjaar waarin flexi-job werknemers worden tewerkgesteld wordt er een overleg over de toepassing
van de flexi-jobs georganiseerd tussen de werkgeversvertegenwoordigers en de vertegenwoordigers van de werknemers op sectoraal vlak.
TOELICHTING: jaarlijks zal er in het paritair comité een overleg plaatsvinden tussen de werkgevers-vertegenwoordigers en de vertegenwoordigers van de werknemers over de evolutie en mogelijke knelpunten
i.v.m.de flexi-jobs.
Artikel 6 : Duurtijd en opzegging
Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor onbepaalde duur met ingang van 1 juli 2024.
Elk van de ondertekende partijen kan ze opzeggen mits een opzeggingstermijn van 6 maanden in acht wordt genomen.
De opzegging wordt bij een ter post aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair comité voor de binnenscheepvaart en aan elk van de ondertekende partijen betekend en heeft uitwerking de derde werkdag
na de datum van verzending.
TOELICHTING: vanaf 1 juli 2024 zijn flexijobs dus mogelijk in de binnenscheepvaartsector. Modellen vindt u eveneens op de website